Het was tijd voor een werk bezoek aan de Iyo taalgroep. Iyo is één van de vijf taalgroepen die ik begeleid in het vertalen van het Oude Testament. Ik ging per vliegtuig naar het Iyo gebied toe. Het was maar een kort vluchtje; 15 minuten. Maar het Iyo gebied ligt enorm geïsoleerd in de jungle. Geen telefoon bereik, geen internet, geen elektriciteit, niets. Mijn werk bezoek had meerdere redenen. Het installeren van twee sets solar panelen met grote batterijen zodat de vertalers hun computers kunnen opladen.
Een ander doel was het bemoedigen van de vertalers die vaak eenzaam hun werk doen. Ook ging ik in gesprek met predikanten van verschillende kerkgenootschappen en de dorpsoudsten (leiders) om samen te discussiëren over de betrokkenheid van de Iyo gemeenschap bij het vertaalwerk. Het vertaalwerk wordt gedaan door acht PNG`ers waarvan vier vertalers. Één van de eisen die wij stellen is dat de Iyo gemeenschap betrokken is en de vertalers ondersteund in hun dagelijkse noden. Hierbij kun je denken aan eten (veelal groente uit hun tuinen) maar ook schoolgeld voor kinderen van de vertalers en kleding. Dit gesprek verliep goed en in juni gaan de Iyo predikanten en dorpsoudsten taken verdelen per dorp tijdens hun jaarlijkse samenkomst waarbij dorpsoudsten uit alle dorpen aanwezig zijn.
Alle huizen in Iyo zijn gebouwd op palen maar hebben toch een vuurplaats (ook op palen) in het midden van hun huis. Het vuur brandt er de hele dag omdat de dorpen heel hoog in de bergen liggen. Woensdag was mijn laatste dag in het dorp waar ik verbleef en was mijn werk afgerond. `s Ochtends zag ik dat er een haan gevangen werd door de familie waar ik bij in huis sliep, en wat ik toen al verwachtte, konden we die dezelfde avond lekker eten :-).
Donderdag ochtend startte ik de trektocht naar huis met behulp van twee Iyo begeleiders. Van te voren informeerde ik bij hen hoe lang dit ongeveer duurde. Het antwoord was “ongeveer acht uur”. Een trektocht van acht uur kan ik aan. Maar… mijn westerse brein dacht niet na over het concept: ‘tijd is niet belangrijk in de PNG`se cultuur`. We startten onze trektocht `s ochtends om 7:00uur. Het was berg op en berg af in pittig tempo en de bergen waren zo hoog dat ik soms echt last had van de hoogte en ijle lucht. Ik kan het niet controleren maar ik denk dat het ongeveer tussen de 3000 en 3500 meter hoog was. De uitzichten waren prachtig en door de hoogte kon ik Kainantu – het dorp naast ons centrum Ukarumpa – zien liggen! De bergen op ging goed maar naar beneden was echt zwaar. Door enorme regenval (het is regenseizoen) waren er landverschuivingen geweest en waren veel paden weggespoeld. Wegen zijn er niet eens. Met als gevolg dat we op steile bergen langs ravijnen door de modder glibberden. Lof voor mijn begeleiders want zij maakten regelmatig een nieuw pad en zelfs een noodbrug met behulp van hout en takken over een snelstromende rivier waar de brug was weggespoeld. Terugkijkend zie ik een sterke link met Psalm 121:1-3 (pelgrimspsalm): ‘Ik sla mijn ogen op naar de bergen vanwaar mijn hulp komen zal. Mijn hulp is van de HEERE die hemel en aarde gemaakt heeft. Hij zal uw voet niet laten wankelen, Uw Bewaarder zal niet sluimeren.’ God was mijn Gids die kracht gaf want de tocht was soms vreselijk en mijn knie raakte geblesseerd door een uitglijder.
In het dorp waar we middags om 16:00u aankwamen was ik echt een bezienswaardigheid. De mensen daar vertelden me dat ik de tweede blanke was die ooit door de bergen terug was gelopen. Ik begon me af te vragen hoe ver we nog moesten lopen – inmiddels had mijn brein wél bedacht dat PNG-tijd iets verschilt van westerse tijdsbegrippen :). Mijn begeleiders vertelden stellig dat het “nog ongeveer drie uur” lopen was tot we bij `een dorp aan de weg` zouden zijn. Daar zou ik met een bus mee naar Ramu kunnen (een groter dorp) en daar vandaan met een andere bus richting huis. Na een gezellige avond in het dorp waarin ik telkens aangeraakt werd door de bewoners – want een blanke in het dorp is echt bijzonder – sliep ik een nacht tussen de ratten. De volgende ochtend vertrokken we opnieuw om 7:00 uur. Tijdens deze trektocht ging mijn sandaal ook nog kapot waardoor het lopen nog moeilijker werd. Ik heb bewondering voor de PNG`ers die dit op hun blote voeten doen. Om 15:00 uur kwamen we in het `dorpje bij de weg` waar ik met een vrachtwagen mee kon rijden naar Ramu. Daar kon ik met een bus mee naar het dorp Kainantu waar ik in het donker aankwam. Helemaal niet veilig om dan als blanke buiten te zijn. Gelukkig werd ik opgehaald door een PNG`se predikant uit Ukarumpa en kwam ik veilig thuis!
Een tocht die ik dinsdag in 15 minuten per vliegtuig aflegde, werd lopend een trektocht van 21 uur.